Het aantal mensen dat gehoor geeft aan de oproep om zich te laten screenen op kanker ligt in Ommen iets lager dan in de gemeenten die op sociaal vlak het meest op Ommen lijken. De opkomst is hier in twee jaar tijd bovendien gedaald, blijkt uit nieuwe cijfers van het RIVM.
Van alle mensen in Ommen die een uitnodiging kregen voor het bevolkingsonderzoek voor darm-, borst- of baarmoederhalskanker kwam in 2023, het meest recente jaar waar cijfers over zijn, 74,4 procent ook daadwerkelijk opdagen. Ter vergelijking: in de vijftien gemeenten die op sociaal vlak het meest op Ommen lijken, was dat 76,4 procent.
Vergeleken met twee jaar eerder is de opkomst in Ommen dus gedaald: in 2021 kwam nog 75,9 procent hier opdagen.
In heel Nederland kregen in 2023 meer dan 27.000 deelnemers aan het bevolkingsonderzoek te horen dat ze darm-, baarmoederhals- of borstkanker hadden, of een voorstadium daarvan. Door het bevolkingsonderzoek, en dankzij betere behandelmethodes, is het aantal mensen dat aan kanker overlijdt de laatste jaren verhoudingsgewijs afgenomen. Rond 2010 was een tumor de doodsoorzaak bij een op de drie sterfgevallen. Inmiddels gaat het aantal sterfgevallen aan kanker richting de een op de vier.
De Vereniging Nederlandse Gemeenten heeft aan de hand van een reeks aan indicatoren bepaald welke vijftien gemeenten in Nederland het meest op Ommen lijken. Dat zijn, op volgorde van vergelijkbaarheid, Dalfsen, Koggenland, Raalte, Rijssen-Holten, Wierden, Midden-Delfland, Asten, Dinkelland, Oost Gelre, Voorst, Tubbergen, Hellendoorn, Bronckhorst, Haaksbergen en De Wolden. Op basis van de RIVM-cijfers hebben wij vervolgens een gemiddeld opkomstpercentage voor die vijftien gemeenten uitgerekend.