De Tweede Kamer heeft het plan op tafel gelegd om een speciale politie-eenheid in te zetten op de Vechtdallijn, de treinverbinding tussen Zwolle en Emmen. Dit voorstel komt voort uit de overlast veroorzaakt door zwartrijders, voornamelijk veiligelanders die vanuit Ter Apel reizen, wat zowel de politiek als vervoerder Arriva zorgen baart.
De haalbaarheid van zo'n speciale politie-eenheid wordt echter in twijfel getrokken vanwege de personeelstekorten bij de politie. Tot minstens 2035 zullen deze tekorten voelbaar zijn in de regio. Ook is de 'spoorwegpolitie' reeds in 2013 wegbezuinigd, en de capaciteit van de politie is al op zijn maximum. Het uitvoeren van dit plan binnen de bestaande capaciteit lijkt dan ook vooralsnog onhaalbaar.
Arriva ziet liever een andere oplossing en benadrukt het belang van meer bevoegdheden voor buitengewoon opsporingsambtenaren (boa's). Deze ambtenaren zouden onder andere de bevoegdheid moeten krijgen om identiteitsbewijzen te controleren en reisverboden op te leggen voor de gehele regio. Momenteel zijn boa's afhankelijk van de politie bij overtredingen zoals reizen zonder ID-kaart of vervoersbewijs.
Arriva heeft nog geen concrete plannen voor de inzet van een nieuw politieteam op de Vechtdallijn. De vervoerder zou graag een vast aanspreekpunt bij de politie zien en benadrukt dat dit in Oost-Nederland goed geregeld is, maar ook in andere regio's wenselijk zou zijn.
Met het aantal incidenten op de Vechtdallijn blijvend hoger dan het gemiddelde in andere regio's, wordt er getwijfeld aan wie werkelijk baat heeft bij een speciale politie-eenheid op deze treinverbinding. Is het een daadwerkelijke oplossing of eerder een politiek statement? Arriva laat weten af te wachten hoe de situatie zich ontwikkelt.